Een icoon uit de Indonesische literaire traditie is vorige week overleden. Hij is het symbool van de Indonesische bewustwording in Nederlands Indië en later degene die de verworven vrijheid verdedigt tegenover de eigen potentaten die ironisch genoeg Nederlandse wetgeving gebruikten om onwelgevallige geluiden de kop in te drukken. Het heeft hem tientallen jaren in gevangenschap en onder huisarrest gekost. In de koloniale tijd, tijdens het regime van Sukarno en vooral onder presidentschap van Soeharto, met als dieptepunt zijn internering op het eiland Buru waar hij niet mocht schrijven.
Op dat eiland zijn de belangrijkste boeken tot stand gekomen. Eerst door ze als verhalen aan medegevangen te vertellen. Later toen hij toegang tot papier en schrijfmateriaal kreeg, zijn ze ook vastgelegd.
Hij is met zijn verhalen een van de redenen geweest waarom ik me in Indonesië ben gaan interesseren en mijn studie ben begonnen in Leiden. Het indrukwekkende vierluik over de opkomst van het Nationalisme in Indonesië heb ik verslonden. In Yogyakarta op de universiteit heb ik een verslag gemaakt voor een college over het boekje Perburuan, zijn eerste boek en het enige op dat moment (1994) vrij te verkrijgen boekje van hem. Hoewel ook dat boek, net als al zijn andere werk met argusogen werd bekeken; angstig om de eventuele “opruiende toespelingen” op de Orde Baru, het regime van Soeharto. Pramoedya lezen was eenvoudiger in het Nederlands, omdat hier alles in vertaling beschikbaar is, dankzij de uit Indonesië gesmokkelde manuscripten.
De Nederlandse titel, vluchteling, doet naar mijn mening overigens geen recht aan de inhoud. Opgejaagd zou mijn keuze geweest zijn. Die betekenis zit ook besloten in het woord perburuan en is het gevoel dat overheerst bij het volgen van de perikelen van de hoofdpersoon.
Pramoedya wordt betiteld als de grootste Indonesische schrijver van de 20e eeuw. Naast zijn omvangrijke oeuvre en de rol die zijn boeken in de strijd om de geschiedschrijving van Indonesië spelen, speelt de vorm, de roman, ook een rol in die kwalificatie. De roman is geen echte Indonesische en zeker geen Javaanse uitingsvorm. Dat heeft alles te maken met het feit dat literatuur en kunst gezamelijk beleefd dienen te worden. In een hoekje zitten lezen is vreemd. Voordragen en uitbeelden is de manier. Toneel, gedichten voordragen, liedjes zingen dat zijn de vormen waar Indonesiërs zich graag in uitleven. En als er gelezen wordt zijn het korte verhalen, een genre waarin schrijvers daar exceleren. De roman is dus wezensvreemd en er zijn weinig schrijvers in Indonesië van romans.
Hoewel zeer bekend en omstreden om sommige politieke ideeen, is zijn rol in de tot stand koming van een Indonesisch bewustzijn onderbelicht. Deels door de weinig gelezen romanvorm deels door de slechte beschikbaarheid van zijn werk in Indonesië. Het is te hopen dat hij deze plaats alsnog gaat krijgen. Zijn nabrander is in ieder geval in stijl: een interview in de eerste en naar het zich laat aanzien de laatste editie van de Indonesische Playboy.